Wij zijn met de Leonardo klas naar drie verschillende musea geweest: het Witte de With, het Dolhuys en het Teylers museum, dit waren drie heel verschillende musea.
Het Teylers had een collectie over wetenschap, wat er door de tijden heen is ontdekt, zoals de eerste ‘elektriciteit centrale’ dat waren twee platen die over een rand heengingen en zo hadden ze een ‘bliksem maker’ ook is het oudste museum van Nederland, dat is best bijzonder, want er zijn best veel musea in Nederland. Dit museum en collectie waren volgens mij meer gebouwd om mensen te informeren over ontdekkingen van vroeger en de voorlopers van bijvoorbeeld de IPOD.
het Doluys ging over psychiatrie, dat ging over wat er gebeurde met ‘dollen’ ‘mensen die niet goed waren’ die mensen moeste in hele kleine cellen zitten waar van ze nog psychischer werden. Dit was ook meer een doe-het-zelf museum, je kon er veel dingetjes doen en testjes. Ze hadden ook minder kunst daar en meer dingen zoals hersens staan en uitleg over psychiatrie. Dit museum is en tentoonstelling is volgens mij meer gemaakt om mensen te informere over hoe men vroeger met dollen omging.
In het Witte de With hadden ze een collectie die over rust ging, ze hadden zo bijvoorbeeld overal knuffels in verwerkt en knuffels gebruik je als je rust hebt. Die rust kwam je overal in terug, zo was er veel met strand, en doeken waarop doeken waren genaaid. Ook is dit een van de jongste musea in Nederland, het is geen officieel museum want ze hebben geen eigen collectie maar halen collecties van overal vandaan. Volgens mij is deze tentoonstellihg gemaakt om mensen iets mee te geven over rust. Het museum is eigenlijk dus geen museum maar een tentoonstellingsruimte, ze laten hier vooral moderne kunst zien. En dan vooral de ontwikkeling daarin.
Dit waren dus drie heel verschillende musea, ze waren allemaal op een andere manier leuk. Het waren veel verschillende onderwerpen, en verschillende manieren van iets ten toon stellen. Bijvoorbeeld hadden ze bij het Teylers museum meer schildrijen en dingen waarvan je iets kon leren in kasten, en bij de Witte de With had je kunst met objecten waarover je zelf iets moest fantaseren. Bij het Dolhuys hadden ze zelf allemaal dingen waar je aan kon zitten en proefjes kon doen.
Dit zijn drie hele verschillende musea, ze hebben allemaal hun sterke en zwakke punten. Al vond ik de manier van het dolhuys wel erg leuk met die proefjes maar aan de anderekant was het Witte de With meer creatief met je eigen gedachten, en het Teylers had wel heel interessante onderwerpen en veel verhalen omdat het zo oud was.
Een museum is een gebouw met vaak verschillende tentoonstellingen, die tentoonstellingen hebben allemaal een verschillend onderwerp en proberen allemaal op een eigen manier dat onderwerp naar voren te brengen. museums zin gemaakt om mensen iets te leren of te laten beleven zoals het Witte de With dat meer met moderne kunst waarmee je zelf iets moest fantaseren. bij de andere twee was de bedoeling dat je iets leerde.
Pieter van Zuijlekom